U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

NKG is een stimulans voor bodemleven, opbrengsten en akkervogels

Niet kerende grondbewerking (NKG) bevordert de biodiversiteit, van bodemleven tot akkervogels.

2015 was het Jaar van de Bodem. De grond is het belangrijkste productiemiddel voor de boer. Daar steeds vaker te horen is dat de kwaliteit van de bodem achteruit holt (resulterend in tegenvallende opbrengsten), publiceren de vakbladen met regelmaat artikelen met bevindingen van onderzoeksobjecten, over hoe de bodem in de intensieve landbouw zo goed mogelijk in conditie te houden is. Opvallend daarbij is dat door stoppen met ploegen (is een ‘kerende grondbewerking’) de grond weerbaarder blijkt te worden tegen ziekten en plagen. Daarnaast verbetert hierbij door wormen de mineralisatie (afbraak gewas resten, organische stof) en waterdoorlatendheid.

Bij NKG (‘cultiveren’) ligt vanwege de minimale verstoring, de activiteit van het bodemleven (wormen, schimmels, bacteriën en geleedpotigen) op een veel hoger niveau, waarbij de gewasopbrengsten zeker niet achterblijven t.o.v. het traditionele ploegen. Het kan echter enkele jaren duren voor dit effect merkbaar wordt. In het kader van minimaliseren van ‘Round Up’ (glyfosaat) gebruik, verdient met dit systeem de verhoogde onkruiddruk extra aandacht (zoals een later afrijpend aardappelras). Met de overstap op NKG als minimale grondbewerking, kan een aanpassing in de mechanisatie nodig zijn zoals een schijveneg (als voorbewerking en onderwerken klein onkruid) en zaaimachine met schijfkouters (i.v.m. de vele gewasresten stro, loof en groenbemesters).

Verhakseld stro en gewasresten

Niet Kerende Grondbewerking (NKG) vormt een mooie combinatie met verhakseld stro en andere gewasresten (loof) dat daardoor nagenoeg bovenop liggen. Voor akkervogels van betekenis vanwege voedsel, dekking en nestelgelegenheid (met name veldleeuwerik). Bovendien neemt bij de zaai van wintertarwe (na de aardappeloogst) met NKG de bevriezingskans van verliesaardappels toe, belangrijk in het kader van aardappelmoeheid bestrijding.

Omschakelen op klei spannend

Op zandgrond was voor de meeste boeren die omschakeling van de ‘hoofdgrondbewerking’ al vlot in de praktijk gebracht, maar vooral uit oogpunt van tijd- en brandstofbesparing . Voor de kleigronden geldt toch wel een ander verhaal. Verdichtingen in de teeltlaag (‘bouwvoor’) als gevolg van oogstmachines worden op kleigronden standaard in het najaar ‘gelost’ door te ploegen, waarna de grond kan verweren (door vorst, krimp en zwel door droog en nat) tot goed verkruimelbare grond in het voorjaar om bijv. aardappels in te poten (ook het eventueel aanwezige onkruid is dan begraven). Dat gaat niet met ploegen in het voorjaar, omdat vochtige kluiten uit de ondergrond aan de toplaag keihard opdrogen. Toch ben ik (P.H. Mulder) dit avontuur aangegaan en raak langzaamaan overtuigd; de ploeg wordt inmiddels niet meer standaard gebruikt.

NKG-werktuig voorkomt op zandgrond verstuiving

Met ‘voortschrijdend inzicht’ heb ik wél de bestaande (‘vaste tand’) cultivator moeten aanpassen om naar het beoogde resultaat toe te werken. Daarvoor de onderlinge tandafstand vergroot en de verkruimelrol vervangen door packerwals (gietijzeren ringen met 70cm diameter) voor een goede capillaire vochtvoorziening in het voorjaar. Op zandgrond voorkomt in het voorjaar deze combinatie aanzienlijk de kans op verstuiving.